Plekken op de neus bij paarden mogelijk veroorzaakt door een schimmeltoxine, persbericht SRP 2-10-25

Er is momenteel in Nederland onrust over huidplekken rond de snoet en in de neus van paarden die weidegang krijgen of vers gras eten. De neus vertoont huidontsteking en korstvorming en is (erg) pijnlijk. De paarden zijn verder niet ziek. Royal GD heeft afgelopen week twee bedrijfsbezoeken afgelegd waarbij monsters van aangedane paarden zijn afgenomen voor verder diagnostisch onderzoek.

Paard met lichte irritatie aan mond en neus(credits: Eva Dieterman)

Volgens prof.dr. Johanna Fink-Gremmels, specialist veterinaire farmacologie en toxicologie, wordt de huidaandoening waarschijnlijk veroorzaakt door een mycotoxine (gif geproduceerd door schimmelsoorten) dat in planten wordt gevormd, doorgaans in het najaar. Er kunnen verschillende toxines een rol spelen waarvan satratoxine een goede mogelijkheid is. Dit toxine is echter niet of nauwelijks aantoonbaar en daarom is er erg weinig over bekend. Een andere mogelijkheid is T2-toxine. Dit toxine is wel aantoonbaar en daarom is er iets meer over bekend. 

De betreffende toxines zijn bij direct contact toxisch (giftig) voor de huid en kunnen veel pijn geven, meer pijn dan je gezien de ernst van de laesies (aangetaste plekken) zou verwachten. Pijnstillers hebben er doorgaans niet echt een positief effect op. Wat wel kan helpen is de neus voorzichtig afdouchen (zachtjes!) met water, koud of eventueel handwarm als het paard dat aangenamer vindt. Probeer het paard hier niet toe te dwingen, maar kijk of het paard het voorzichtig afspoelen wil accepteren. Hoe eerder het afspoelen begint, hoe minder aangetaste plekken er zullen ontstaan. Soms kan een ontsmettende zalf een positief effect hebben, maar als het paard te pijnlijk is om dit aan te brengen, is niets doen waarschijnlijk beter.

Als de paarden niet meer met hun neus in contact komen met de plantjes die het toxine bij zich hebben, zullen de problemen verdwijnen. Zoals gezegd de veroorzakende schimmeltoxines zijn niet of moeilijk aantoonbaar en het blijft dus doorgaans bij een ‘waarschijnlijkheidsdiagnose’.

Eva Dieterman, dierenarts bij Royal GD, geeft aan dat zij tijdens de bedrijfsbezoeken samen met de bedrijfsdierenarts bloedmonsters en monsters van de aangetaste plekken heeft genomen en dat Royal GD en WBVR (Wageningen Bioveterinary Research) aanvullende diagnostiek verrichten op deze monsters. Wanneer deze onderzoeken nieuwe inzichten of een andere diagnose opleveren, zal dit natuurlijk bericht worden.

prof.dr. Marianne Sloet (voorzitter SRP werkgroep Gezondheid & DAP Krommerijnstreek)