KEES VERKERK, DE SCHAATSER…
DEN HAAG – De in 1942 in Maasadm geboren schaatser Kees Verkerk groeide uit tot één van de meest populaire sportmensen die Nederland ooit kende. Net als de draver ontpopte hij zich al snel tot een publiekslieveling, vanwege zijn innemende karakter en spontane optreden. Hij grossierde in nationale titels, vier maal werd hij allroundkampioen, maar ook internationaal deed de zoon van een Puttershoekse caféhouder van zich spreken. Hij werd twee maal wereldkampioen, veroverde één gouden en drie zilveren Olympische medailles. Al op jeugdige leeftijd boekte hij zijn eerste succes, toen hij onverwacht tweede werd op de 1500 meter tijdens de Olympische Spelen van Innsbruck in 1964. Alleen de Rus Ants Antsson bleef hem toen voor. Omdat zijn moeder vrij kort na dat succes overleed, zou hij nadien als eerbetoon de hem zo karakteristieke bontmuts dragen. In Grenoble, vier jaar later, greep hij Olympisch goud.
Verkerk bleef meer dan tien jaar aan de top staan, al moest hij later wel de felle concurrentie dulden van zijn landgenoot Ard Schenk. Die bezat mogelijk meer klasse, maar de karaktervolle Verkerk – wiens loopbaan werd gekenmerkt door soms onverklaarbare valpartijen – wist Schenk vaak ook voor te blijven in onderlinge confrontaties. Tegen de ongenaakbare Schenk was in 1972 in Sapporo echter geen kruid gewassen.
Verkerk verbeterde in zijn loopbaan elf maal een nationaal record en vertrok na zijn loopbaan naar Noorwegen, waar hij in Kristiansand de camping Hamresanden opende.