Identificatie en registratie van paarden
Identificatie en registratie van paarden
Sinds 1 januari 2016 geldt er naast de al bestaande voorschriften, in alle landen van de EU een aantal nieuwe voorschriften voor identificatie en registratie van paarden. Deze voorschriften staan in EU-verordening 2015/262.
Hieronder wordt aangegeven welke voorschriften voor de houder van een paard, pony of ezel van belang zijn.
Paardenpaspoort
Elk paard moet een paspoort hebben en gechipt zijn. Het paspoort hoort in principe altijd bij het paard te zijn. Hiervoor gelden enkele uitzonderingen, namelijk:
• Als een paard in een stal of een wei staat en de houder het paspoort onmiddellijk kan overhandigen
• Als het om een nog niet gespeend veulen gaat dat vergezeld gaat van de moeder of zoogmerrie
• Als het paard tijdelijk bereden, gemend, geleid of meegenomen wordt in de buurt van het bedrijf of als paarden verweidt worden
• Als het om een paard gaat dat deelneemt aan een training of proef voor een wedstrijd of evenement waarvoor het tijdelijk het terrein waar dit plaatsvindt moet verlaten
• Als een paard verplaatst of vervoerd moet worden vanwege een noodsituatie
Koop nooit een paard zonder paspoort en neem gelijk met het paard ook het paspoort in ontvangst.
De paspoorten die vanaf 1 januari 2016 worden uitgegeven zien er van binnen iets anders uit dan de oudere paspoorten; de volgorde van de hoofdstukken is anders.
De identificatiegegevens en het hoofdstuk medische behandelingen staan nu voor in het paspoort. Verder heeft ieder paspoort nu een serienummer dat verwijst naar de instantie die het paspoort heeft uitgegeven. Zo zijn ook blanco (nog niet uitgegeven) paspoorten zonder logo altijd te herleiden naar een paspoortuitgevende instantie.
Sinds 1 januari 2016 moeten de beschrijvende schets én de getekende schets van het paard in het paspoort ingevuld worden, ook al is het paard gechipt. De getekende schets mag alleen achterwege blijven, als in plaats daarvan 2 duidelijke foto’s van het paard in het paspoort worden opgenomen. Na de dood van een paard moet de houder het paspoort binnen 30 dagen inleveren bij de instantie die het heeft uitgegeven.
Identificatietermijn
In Nederland moet een paard binnen zes maanden na de geboorte gechipt zijn en een paspoort hebben. Als deze termijn wordt overschreden, wordt het paard definitief uitgesloten voor de slacht voor humane consumptie.
Het geboortebericht moet binnen 8 weken na de geboorte zijn opgestuurd teneinde er voldoende tijd is om het veulen te chippen te schetsen en het dna te laten vaststellen. Het dna onderzoek neemt ca. 2 maanden in beslag.
Paspoort aanvragen
Een paspoort wordt aangevraagd bij een paspoortuitgevende instantie in het land waar het paard staat.
Het is de verantwoordelijkheid van de houder van een paard dat de identificatiegegevens in het paspoort altijd actueel en correct zijn.
Dit geldt met name voor:
• De status van het paard of het wel of niet bestemd is voor de slacht voor menselijke consumptie
• Of het een geregistreerd paard is of niet. Een geregistreerd paard is een paard dat is ingeschreven bij een erkend stamboek of een paard met een FEI-paspoort
• Informatie over het eigenaarschap. Dit hoeft alleen als de paspoortuitgevende instantie dit op grond van haar reglementen eist
Als er iets wijzigt in de identificatiegegevens moet de houder het paspoort binnen 30 dagen indienen bij de instantie van afgifte of, als het paard inmiddels in een ander land is, bij een paspoortuitgevende instantie daar. Een houder mag niet zelf de gegevens in een paspoort veranderen dan wordt het paspoort ongeldig.
Centrale databank
Alle paarden die in Nederland verblijven, moeten in de centrale databank van RVO.nl geregistreerd staan. De paspoortuitgevende instanties leveren de gegevens aan bij de centrale databank. Houders van paarden met een buitenlands paspoort moeten daarom dit paspoort binnen 30 dagen na uitgifte of binnen 30 dagen nadat het paard in Nederland is gekomen vanuit een andere lidstaat of vanuit een land buiten de EU, laten registreren bij een Nederlandse paspoortuitgevende instantie. De paspoortuitgevende instantie zal controleren of het paspoort aan de eisen voldoet, het paspoort zo nodig aanvullen en als dit niet kan een nieuw paspoort uitgeven en de identificatiegegevens leveren aan de centrale databank.
Controle op de termijn van 30 dagen na invoer vindt onder meer plaats aan de hand van de datum op het gezondheidscertificaat.
Paarden die tijdelijk in Nederland zijn, zoals in de volgende gevallen, hoeven niet in de centrale databank van RVO.nl te komen:
• Paarden die hoogstens 90 dagen in een andere lidstaat verblijven voor wedstrijden, paardenrennen, shows, trainingen en sleepwerkzaamheden
• Hengsten die met het oog op het fokseizoen in een andere lidstaat verblijven
• Merries die hoogstens 90 dagen voor de fokkerij in een andere lidstaat verblijven
• Paarden die om medische reden in een veterinaire instelling zijn
• Paarden die binnen 10 dagen na invoer in een andere lidstaat worden geslacht
Status wel of niet geschikt voor humane consumptie
Niet elk paard mag geslacht worden voor humane consumptie.
Als een paard niet geslacht mag worden voor humane consumptie, wordt dit aangegeven in het paspoort en dit komt ook in de centrale databank te staan.
Een paard wordt uitgesloten voor de slacht voor humane consumptie in de volgende gevallen:
1. Als een duplicaat of vervangend paspoort wordt afgegeven
2. Als de identificatietermijn van zes maanden is overschreden
3. Als de eigenaar zelf wil dat het paard niet geslacht wordt
4. Als het paard bepaalde medicijnen toegediend krijgt
Om te controleren of een paard in de centrale databank staat en voor meer informatie over identificatie en registratie van paarden, kijk op de website van RVO.nl:
http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren-houden/identificatie-en-registratie-vee/paarden/waarom-een-paspoort