In Memoriam Jan Wagenaar
Deze week is na een kort ziekbed drafsport-icoon Jan Wagenaar overleden. Hij is 83 jaar geworden.
Wagenaar geldt als een van de allergrootste trainers en rijders in de Nederlandse drafsport en groeide in 50 jaar tijd uit tot een legende. Een vakman die niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten respect afdwong.
Zijn carrière ving op zestienjarige leeftijd aan en hoewel het met een vader die zelf een van de top-trainer/pikeurs was een uitgemaakte zaak leek dat Jan jr. in diens voetsporen zou treden, was dat nog helemaal niet zo evident. Zijn interesses lagen als jonge puber meer bij andere sporten zoals boksen en wielrennen, maar met de nodige vaderlijke druk werd destijds toch gekozen voor een toekomst in de drafsport.
Lang hoefde Jan niet op zijn eerste succes te wachten: bij zijn derde start was het al raak en vanaf dat moment werden de zeges aaneengeregen, wat uiteindelijk resulteerde in een glanzende carrière waarbij maar liefst twintig nationale titels in de wacht werden gesleept: elf als rijder en negen als trainer. Kers op de taart was hierbij het in 1977 behaalde Europees Rijderskampioenschap.
Op Wagenaars duizelingwekkende palmares prijken een slordige 3500 overwinningen en de namen van alle grote koersen die er destijds in Nederland te winnen vielen. Niet minder dan vijf keer won Wagenaar de Derby, waarbij de zege met Henri Buitenzorg in 1969 ongetwijfeld de meest memorabele genoemd mag worden. Jan was nog maar net herstellende van een ernstig auto-ongeluk en de artsen waren er niet erg happig op om hem groen licht te geven om al zo snel weer op de kar plaats te nemen, maar uiteindelijk kreeg hij toch toestemming om te starten. Bijna ging het mis door een galoppade aan de start, maar na een zinderende finale wist de combinatie toch nog de winst binnen te halen.
De lijst met toppers die Wagenaar heeft getraind en gereden is schier oneindig. Naast Henri Buitenzorg mag natuurlijk de fameuze Quicksilver S – winnaar van o.m. de Grote Prijs der Lage Landen – niet onvermeld blijven en ook namen als Ossian, Remi Star en Udo Quick zullen bij vele drafsportliefhebbers herinneringen oproepen.
Niet alleen op de grote pistes, maar ook op de kortebaan was Wagenaar een tegenstander om rekening mee te houden. Hij had weliswaar een jaar nodig had om zijn eerste zege te boeken, maar daarna was er geen houden meer aan en domineerde hij in de jaren 50 en 60 het kortebaancircuit volledig. Zo won hij in 1958 elf van de achttien kortebaan die dat seizoen op de kalender stonden, een ‘strike rate’ van maar liefst 61%!
In de daaropvolgende jaren werd het wat moeilijker, mede door de opkomst van rijzende sterren als Manus Bouwhuis en de familie Pools en anderzijds vanwege verplichtingen op de langebaan, waar uiteraard de prioriteit lag. Toch wist Wagenaar nog regelmatig zijn overwinningen binnen te halen en uiteindelijk twee maal de kampioenschapstitel te behalen.
In het laatste decennium voor de eeuwwisseling deed Wagenaar het wat rustiger aan. Zijn kinderen Yvonne en Jan waren intussen ook al een tijdje werkzaam op het entrainement in Otterlo, waarbij Yvonne ook wat vaker plaatsnam in de sulky. Jan reed (en won) nog regelmatig zijn koersen, vooral in Duitsland en bleef tot het laatst toe, samen met zijn vrouw Annie, een onmisbare kracht op stal, waar Yvonne inmiddels de scepter zwaaide.
Een legende is heengegaan. We zullen ons Jan Wagenaar altijd blijven herinneren als een van de grootste trainers en rijders die onze sport rijk is geweest. Een gentleman, een aimabel man, correct in de omgang, maar op de sulky een vechter die uit het juiste drafsporthout was gesneden met een uiterste wil om te winnen, zoals het een waar kampioen betaamt.
Bestuur en medewerkers van de NDR wensen zijn vrouw Annie, kinderen en kleinkinderen heel veel sterkte in deze moeilijke tijden.